dinsdag 25 oktober 2011

maandag 17 oktober 2011

spijt; de-woord
verdriet, berouw, zelfverwijt, wroeging; spijt van iets hebben; spijt betuigen; ten spijt
spijt hebben als haren op haar hoofd

ergens vreselijke spijt van hebben

donderdag 6 oktober 2011

mensen help de mensen
als ze eventjes niet kijkt

mensen help de mensen
en laat haar eventjes aan de
zijlijn staan

voeten in het gras
haar blik voorbij ons en de wind tussen haar vingertoppen

mensen help de mensen
eventjes voor dit moment